Nederlands Vlaams Bijbelgenootschap
Hoofdkrijgsmachtpredikant Gert van der Ende: ‘De Bijbel geeft militairen houvast en taal bij wat ze meemaken’
22 jaar geleden stapte Gert van der Ende voor het eerst aan boord van een marineschip. Nu is hij eindverantwoordelijk voor alle 45 protestantse krijgsmachtpredikanten. Wat betekent hun werk voor militairen? En waarom zijn de Bijbels voor militairen vaak zo snel op?
‘Het werk van een krijgsmachtpredikant houdt in: present zijn. Rondlopen op kazernes en meegaan met oefeningen en uitzendingen. We doen zogezegd aan “nuldelijnszorg”. De dokter of de maatschappelijk werker biedt eerstelijnszorg, op afspraak. Maar wij lopen gewoon rond op de kazerne, aan boord van een schip of op een vliegveld. We zien de militairen aan het werk en maken een praatje over wat ze aan het doen zijn. Zo proberen we dichtbij te komen en aan vertrouwen te werken. Zodat ze, als ze ergens over willen praten, ons weten te vinden. Wij zijn de enigen bij Defensie met wie je in alle openheid en vertrouwen kunt praten zonder dat het ook maar ergens anders terecht komt.’
Het NBG stelt Bijbels beschikbaar. Is daar vraag naar?
‘De collega die betrokken is bij de opleiding van jonge militairen, vertelde me dat er veel vraag naar is. En op ons hoofdkantoor krijgen we regelmatig de vraag: “Heb je nog een doosje Krijgsmachtbijbels; ik ben er alweer doorheen.” En jonge militairen die in hun Bijbeltje gaan lezen, komen weleens terug om erover door te praten.’
Nemen militairen hun Krijgsmachtbijbel mee op uitzending?
‘Jazeker. Daarom vind ik het mooi dat die Bijbel een “dwarsligger” is. Die past goed in de liboza, de linkerbovenzak. Dus die gaat mee. De collega die op uitzending gaat, neemt altijd zo’n stapeltje dwarsliggers mee. Ze liggen voor het grijpen bij een kerkdienst, op het veld of aan boord. Wie wil, mag er een meenemen. Zo vindt de Bijbel zijn weg.’
